◊Lichamelijk klachten
Lichamelijk klachten kunnen een beperkende invloed hebben op het leervermogen en op de motorische ontwikkeling.
Als er bijvoorbeeld regelmatig sprake is van oorontstekingen, waardoor een kind slecht hoort, heeft dat een nadelig effect op het leren. Men gaat ervan uit dat een kind in groep 3 al een zin van ongeveer 10 woorden letterlijk kan nazeggen, zoals: “Tim heeft met veel plezier zijn moeder geholpen met pannenkoeken bakken”. Om dat te kunnen, is een snelle verwerking van wat je hoort vereist. Alleen dan is een kind ook goed in staat de inhoud van een zin die de leerkracht uitspreekt even vast te houden, terwijl het vervolg van de uitleg of opdracht al weer volgt.
Disfuncties die ertoe leiden dat een kind de auditieve informatie niet optimaal kan vasthouden, leveren vaak problemen met het begrijpen en het precies uitvoeren van opdrachten of met begrijpend lezen. Ook rekenproblemen houden vaak verband met een disfunctie in het auditieve systeem. Het auditief vasthouden van de gelezen of uitgesproken getallen is namelijk noodzakelijk om er vervolgens een berekening mee uit te voeren (zoals optellen of aftrekken).
Het is ook duidelijk dat het voor een kind zonder goede beheersing van de oogspieren heel vermoeiend is de ogen lang genoeg op een tekst gericht te houden, waardoor er te veel fouten worden gemaakt bij het lezen.
Echter ook (kleine) disfuncties in het maag-darmsysteem of de longen kunnen van invloed zijn op het leervermogen. Een (gering) tekort aan zuurstof belemmert een optimale energievoorziening in de cellen. Een (gering) tekort aan bepaalde voedingsstoffen geeft al snel een beperking in het zenuwstelsel en daardoor in het functioneren. Een voorbeeld: bij een niet optimale werking van de alvleesklier is o.a. de productie van acetylcholine (een neurotransmitterstof) beperkt. Onder B.S.M. vindt u wat meer informatie over de rol die acetylcholine mogelijk speelt bij dyslexie. Ook de productie van spijsverteringsenzymen door de alvleesklier kan beperkt zijn; dit leidt weer tot onvoldoende vertering van ons voedsel en een mogelijk tekort aan bepaalde voedingsstoffen (bouwstenen voor onze eiwitten en vetten), die niet alleen belangrijk zijn om te groeien, maar ook van belang zijn bij het leren.
In mijn praktijk ga ik na of er lichamelijke disfuncties betrokken zijn bij de leerproblematiek. Het is mogelijk om via de oefeningen van de BSM – soms in combinatie met de osteopathie en geïntegreerde technieken - bepaalde zwakke functies in de informatieverwerking of in de activiteiten van bepaalde organen te versterken en daardoor het leervermogen te verbeteren. Ik ben geen arts en zal zo nodig het advies geven om een arts te bezoeken. In dat verband heb ik de HBO-opleiding ‘ziekteleer, diagnose en advies’ gevolgd.
Lichamelijk klachten kunnen een beperkende invloed hebben op het leervermogen en op de motorische ontwikkeling.
Als er bijvoorbeeld regelmatig sprake is van oorontstekingen, waardoor een kind slecht hoort, heeft dat een nadelig effect op het leren. Men gaat ervan uit dat een kind in groep 3 al een zin van ongeveer 10 woorden letterlijk kan nazeggen, zoals: “Tim heeft met veel plezier zijn moeder geholpen met pannenkoeken bakken”. Om dat te kunnen, is een snelle verwerking van wat je hoort vereist. Alleen dan is een kind ook goed in staat de inhoud van een zin die de leerkracht uitspreekt even vast te houden, terwijl het vervolg van de uitleg of opdracht al weer volgt.
Disfuncties die ertoe leiden dat een kind de auditieve informatie niet optimaal kan vasthouden, leveren vaak problemen met het begrijpen en het precies uitvoeren van opdrachten of met begrijpend lezen. Ook rekenproblemen houden vaak verband met een disfunctie in het auditieve systeem. Het auditief vasthouden van de gelezen of uitgesproken getallen is namelijk noodzakelijk om er vervolgens een berekening mee uit te voeren (zoals optellen of aftrekken).
Het is ook duidelijk dat het voor een kind zonder goede beheersing van de oogspieren heel vermoeiend is de ogen lang genoeg op een tekst gericht te houden, waardoor er te veel fouten worden gemaakt bij het lezen.
Echter ook (kleine) disfuncties in het maag-darmsysteem of de longen kunnen van invloed zijn op het leervermogen. Een (gering) tekort aan zuurstof belemmert een optimale energievoorziening in de cellen. Een (gering) tekort aan bepaalde voedingsstoffen geeft al snel een beperking in het zenuwstelsel en daardoor in het functioneren. Een voorbeeld: bij een niet optimale werking van de alvleesklier is o.a. de productie van acetylcholine (een neurotransmitterstof) beperkt. Onder B.S.M. vindt u wat meer informatie over de rol die acetylcholine mogelijk speelt bij dyslexie. Ook de productie van spijsverteringsenzymen door de alvleesklier kan beperkt zijn; dit leidt weer tot onvoldoende vertering van ons voedsel en een mogelijk tekort aan bepaalde voedingsstoffen (bouwstenen voor onze eiwitten en vetten), die niet alleen belangrijk zijn om te groeien, maar ook van belang zijn bij het leren.
In mijn praktijk ga ik na of er lichamelijke disfuncties betrokken zijn bij de leerproblematiek. Het is mogelijk om via de oefeningen van de BSM – soms in combinatie met de osteopathie en geïntegreerde technieken - bepaalde zwakke functies in de informatieverwerking of in de activiteiten van bepaalde organen te versterken en daardoor het leervermogen te verbeteren. Ik ben geen arts en zal zo nodig het advies geven om een arts te bezoeken. In dat verband heb ik de HBO-opleiding ‘ziekteleer, diagnose en advies’ gevolgd.