◊ Problemen met concentratie, gedrag en geheugen
Als er problemen zijn op deze gebieden is er bijna altijd sprake van een onderliggende disfunctie (voor het begrip disfunctie kijk bij B.S.M.).
Concentratie
Aan de disfuncties werken is effectiever dan te zeggen dat iemand zich beter moet concentreren.
Gedrag
Gedragsproblemen hebben deels te maken met de leefomstandigheden en de opvoeding, maar als er disfuncties zijn op het gebied van de informatieverwerking kunnen die gemakkelijk aanleiding geven tot probleemgedrag of angst (voor de belangrijkste oorzaken van disfuncties kijk bij B.S.M.).
Het versterken van de zwakke schakels in de fysiologie en in het zenuwstelsel geeft een kind meer mogelijkheden om het gedrag te kunnen aanpassen aan de sociale wenselijkheid binnen het gezin of de klas. De erfelijkheid en het moment in de ontwikkeling waarop een stoornis is ontstaan (bij autisme ligt dit moment bijvoorbeeld al vroeg in de zwangerschap), bepalen wel de grenzen en de mate waarin het versterken van de zwakke schakels mogelijk is. Ook het vroegtijdig starten met een interventie is vaak van wezenlijk belang.
Niemand weet echter van te voren waar de grenzen liggen en iedere versterking in het zenuwstelsel kan nieuwe, ongekende mogelijkheden bieden.
Ook is het belangrijk om de stress die een kind heeft ervaren doordat zijn of haar gedrag vaak is gecorrigeerd, te verminderen. Als er gewerkt is aan de fysieke disfuncties en aan stressvermindering, is daarna gedragscorrectie beter mogelijk.
Geheugen
Het geheugen is een zeer complex systeem dat onder invloed staat van vele factoren. Iedereen heeft zelf al vele malen ervaren dat de vaardigheid om iets te onthouden per moment kan verschillen en dat wat je onthoudt erg afhankelijk is van je stemming. Als er problemen zijn m.b.t. het geheugen, probeer ik te achterhalen welke factor het meest beperkend is. De factoren die redelijk eenvoudig zijn na te gaan en deels ook kunnen worden aangepakt met B.S.M. of remedial teaching) zijn:
Als er problemen zijn op deze gebieden is er bijna altijd sprake van een onderliggende disfunctie (voor het begrip disfunctie kijk bij B.S.M.).
Concentratie
- Visuele, auditieve of andersoortige overprikkeling leidt al gauw tot overbelasting. Het lichaam zoekt dan naar een herstelmogelijkheid. Wanneer iemand om die reden gaat staren of op zoek gaat naar een andere activiteit, ziet dat er al gauw uit als onvoldoende concentratie.
- Kleine beperkingen in de prikkelgeleiding van bepaalde gedeeltes van het zenuwstelsel zijn al voldoende om de concentratie te bemoeilijken.
Aan de disfuncties werken is effectiever dan te zeggen dat iemand zich beter moet concentreren.
Gedrag
Gedragsproblemen hebben deels te maken met de leefomstandigheden en de opvoeding, maar als er disfuncties zijn op het gebied van de informatieverwerking kunnen die gemakkelijk aanleiding geven tot probleemgedrag of angst (voor de belangrijkste oorzaken van disfuncties kijk bij B.S.M.).
- Zo zien we bij AD(H)D als centraal gegeven dat er te weinig inhibitie (remming) is op bepaalde prikkels, wat kan worden teruggevoerd op onvoldoende rijping van bepaalde hersengebieden.
- Onvoldoende of te langzame verwerking van auditieve informatie ligt vaak ten grondslag aan ongehoorzaamheid, onvoldoende concentratie, angst of zeer teruggetrokken gedrag.
- Centraal bij autisme en de aan autisme verwante stoornissen zoals Asperger en PDD-NOS, staan disfuncties in de informatieverwerking.
Het versterken van de zwakke schakels in de fysiologie en in het zenuwstelsel geeft een kind meer mogelijkheden om het gedrag te kunnen aanpassen aan de sociale wenselijkheid binnen het gezin of de klas. De erfelijkheid en het moment in de ontwikkeling waarop een stoornis is ontstaan (bij autisme ligt dit moment bijvoorbeeld al vroeg in de zwangerschap), bepalen wel de grenzen en de mate waarin het versterken van de zwakke schakels mogelijk is. Ook het vroegtijdig starten met een interventie is vaak van wezenlijk belang.
Niemand weet echter van te voren waar de grenzen liggen en iedere versterking in het zenuwstelsel kan nieuwe, ongekende mogelijkheden bieden.
Ook is het belangrijk om de stress die een kind heeft ervaren doordat zijn of haar gedrag vaak is gecorrigeerd, te verminderen. Als er gewerkt is aan de fysieke disfuncties en aan stressvermindering, is daarna gedragscorrectie beter mogelijk.
Geheugen
Het geheugen is een zeer complex systeem dat onder invloed staat van vele factoren. Iedereen heeft zelf al vele malen ervaren dat de vaardigheid om iets te onthouden per moment kan verschillen en dat wat je onthoudt erg afhankelijk is van je stemming. Als er problemen zijn m.b.t. het geheugen, probeer ik te achterhalen welke factor het meest beperkend is. De factoren die redelijk eenvoudig zijn na te gaan en deels ook kunnen worden aangepakt met B.S.M. of remedial teaching) zijn:
- stress en eerdere negatieve ervaringen,
- het moment en de manier waarop iets wordt aangeboden en geleerd,
- de handigheid om de leerstof zo te ordenen dat deze stof leerbaar wordt,
- disfuncties in de informatieverwerking.