De Brain Stimulating Method (B.S.M.) is een unieke methode om het zenuwstelsel te stimuleren. De stimulatie heeft vooral effect op de synapsen.
Een synaps is de contactplaats tussen twee zenuwcellen. Eén zenuwcel (een neuron) kan met duizenden andere zenuwcellen contact maken. De basis van ons functioneren wordt bepaald door de communicatie tussen al die de zenuwcellen (er passen duizenden zenuwcellen in een speldenknop).
Het contact tussen de zenuwcellen verloopt via neurotransmitters, dit zijn de overdrachtsstoffen die zorgen dat de impulsen van de ene naar de andere zenuwcel worden overgezet.
De input voor het centrale zenuwstelsel Signalen die we opvangen, gaan via zenuwen (de uitlopers van de zenuwcellen) naar het centrale zenuwstelsel om verwerkt te worden (de input). Het betreft signalen uit de buitenwereld èn uit het lichaam zelf. Via onze zintuigen - de ogen, oren, neus, huid en tong - komt veel informatie binnen, maar ook de samenstelling en de temperatuur van ons bloed is informatie die ‘gemeten’ wordt door zintuigcellen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de hoeveelheid zuurstof, koolstofdioxide, glucose, hormonen en allerlei mineralen. Ook de spierspanning wordt gemeten en zo nog veel meer. Het betreft dus een enorme hoeveelheid informatie. Afhankelijk van de beschikbare zenuwbanen wordt deze informatie in de hersenen verwerkt en gecombineerd met ‘herinneringen’.
Het centrale zenuwstelsel zelf bestaat uit miljarden zenuwcellen die met elkaar verbonden zijn. We onderscheiden de grote hersenen, de kleine hersenen, de hersenstam en het ruggenmerg. Er zit in het centrale zenuwstelsel meer flexibiliteit dan vroeger werd aangenomen. Regelmatig ontdekken wetenschappers dat er veel meer herstel mogelijk is na beschadiging van het centrale zenuwstelsel.
Gedeeltes van de hersenen zoals de hippocampus blijken - in tegenstelling tot wat men een paar jaar geleden nog dacht - steeds nieuwe zenuwcellen te maken. Juist de hippocampus speelt een belangrijke rol bij ons geheugen.
Daarnaast kunnen zenuwcellen in reactie op nieuwe informatie ook nieuwe verbindingen (synapsen) maken met andere zenuwcellen. Er zijn voortdurend veranderingen en aanpassingen in de bedrading in het zenuwstelsel overeenkomstig de opgedane informatie, ervaringen en gedachten. En als gevolg van het leerproces verandert ook de werking van de afzonderlijke zenuwcellen zelf, waardoor impulsen makkelijker worden doorgegeven. Dit vermogen om de bedrading van het brein te wijzigen - om nieuwe, snellere of remmende zenuwverbindingen aan te leggen - is aangetoond in experimenten.
De output gaat ook weer via zenuwen. Vanuit de hersenen worden signalen naar spieren en hormoonklieren gestuurd. Dit maakt ons functioneren mogelijk.
Via onze spieren maken we al onze bewegingen, van het knipperen van onze ogen tot het schoppen tegen een bal. Een waarneming maakt het ons binnen een fractie van een seconde mogelijk adequaat te reageren, waardoor we bijvoorbeeld niet vallen tijdens het schaatsen of op tijd kunnen remmen voor het stoplicht.
Ook bewegingen die niet zichtbaar zijn zoals de darmperistaltiek, het kloppen van het hart en het samentrekken van het middenrif, worden geregeld.
Via onze hormoonklieren worden al onze hormoonspiegels zo geregeld dat we zo goed mogelijk in staat zijn te reageren: genoeg adrenaline om in beweging te komen (en te vechten of te vluchten), genoeg insuline om de opgenomen suikers te verwerken, genoeg testosteron om zaadcellen te maken en sexueel gedrag mogelijk te maken enz.
De basis van ons functioneren ligt in de communicatie tussen de zenuwcellen.
Disfuncties (waarbij een orgaan niet optimaal werkt) kunnen hun oorzaak hebben in een probleem rond:
- neurotransmitters of
- obstructies.
Bekende neurotransmitters zijn dopamine en serotonine.
Acetylcholine is ook een dergelijke neurotransmitter. Het meest bekend is deze stof bij de overdracht van impulsen van de motorische zenuwcel naar de spiercellen.
Maar acetylcholine is ook werkzaam bij het overbrengen van de informatie uit het netvlies naar de hersenen en bij het verwerken van klank en beeld tot betekenisvolle informatie. Er wordt dan ook gedacht dat een beperking in de beschikbaarheid van acetylcholine een mogelijke oorzaak is van dyslexie.
Om verschillende redenen kan de beschikbare hoeveelheid acetylcholine beperkt zijn, bijvoorbeeld door onvoldoende aanmaak doordat er onvoldoende aanbod is van de bouwstenen van deze neurotransmitter (o.a. choline), maar ook door teveel adrenaline in het lichaam (het stresshormoon) kan de werking van acetylcholine geremd zijn.
Neurotransmitters spelen dus een belangrijke rol bij een snelle communicatie tussen zenuwcellen. Door onvoldoende beschikbaarheid van neurotransmitters kan de snelheid van communicatie geremd zijn.
Obstructies
Obstructies ontstaan bijvoorbeeld door verkeerde druk op het kind bij de geboorte of door hard of ongelukkig vallen; obstructies kunnen ook ontstaan door operaties en verwondingen. De oorspronkelijke ‘verwonding’ geneest wel, maar er kan spanning blijven in de vliezen rond de organen. Dit betreft ook de hersenvliezen vlak onder de schedel. Door dit soort obstructies kan de impulsgeleiding geremd worden.
Een voorbeeld
Een obstructie in de buurt van de temporale schedelbotten kan de oorzaak zijn dat een kind niet snel genoeg kan verwerken wat het hoort terwijl de oren zelf in orde zijn. Mondeling gegeven informatie komt dan slecht over en het lijkt of het kind niet kan opletten. Het krijgt dan al gauw het verwijt dat het zich niet kan concentreren. Waarschijnlijk concentreert het kind zich heel goed, maar moet het horen met een beperkte verwerkingssnelheid.
Een ander voorbeeld Soms komt het voor dat de navelstreng bij de geboorte om het hoofdje zit ter hoogte van de ogen. Obstructies in dat gebied geven bijna altijd beperkingen in de oogmotoriek. Als de ogen niet perfect en gecontroleerd in alle richtingen kunnen bewegen, zal vooral het precieze kijken op korte afstand (zoals bij het lezen nodig is) verstoord kunnen zijn. Het is dan niet terecht om tegen een kind te zeggen dat hij beter moet kijken, want hij spant zich vaak al maximaal in.